Archimandriet Hildebrand Van der Maelen

26e zondag na Pinksteren

Tweede brief van de apostel Paulus aan de Efesiërs 5,8-19

 Broeders en zusters: 

Leef als kinderen van het licht, en de vrucht van het licht kan alleen maar zijn: goedheid  gerechtigheid, waarheid. Tracht te ontdekken wat de Heer behaagt. Neem geen deel aan duistere en onvruchtbare praktijken, breng ze liever aan het licht. Wat deze lieden in het geheim doen is te schandelijk om ook maar over te spreken. Alles echter wat aan het licht wordt gebracht, komt in het licht tot helderheid. En alles wat verhelderd wordt, is zelf 'licht' geworden. Zo zegt ook de hymne: 'Ontwaak,slaper, sta op uit de dood * Christus' licht zal over u stralen'.

Let dus nauwkeurig op hoe ge u gedraagt als verstandige mensen, niet als dwazen. Benut de gunstige gelegenheid, want de tijden zijn slecht. Daarom, wees niet onverstandig, maar tracht te begrijpen wat de Heer wil. Bedwelm u niet met wijn, wat tot losbandigheid leidt, maar laat u bezielen door de Geest. Spreek elkander toe in psalmen en hymnen en liederen, ingegeven door de Geest. Zing en speel voor de Heer van ganser harte.

Evangelie: Lucas (12,16-21)

De Heer hield hun volgende gelijkenis voor: 'Er was eens een rijke, wiens land veel had opgebracht. Hij dacht bij zichzelf: "Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn oogst op te slaan.'' "Dit ga ik doen,'' dacht hij, "ik breek mijn schuren af en ga grotere bouwen; dan kan ik daar al het graan en mijn andere goederen in opslaan, en tegen mezelf zeggen: Je hebt daar nu heel wat liggen, jongen, je kunt jaren vooruit. Rust nu maar eens uit, eet, drink en neem het ervan.'' Maar God zei tegen hem: "Jij dwaas, nog deze nacht wordt je leven opgeëist, en voor wie zijn dan al die voorraden die je hebt aangelegd?'' Zo vergaat het iemand die rijke schatten verzamelt voor zichzelf en niet voor God.'

  

Zusters en broeders,

In onze maatschappij staat alles gericht op welvaart en consumptie. De reclame wil ons doen geloven dat ons geluk staat of valt met comfort, veilige geldbeleggingen en bezit. Maar dat alles staat haaks op het evangelie dat we zo juist hebben gehoord. Daar willen we nu wat dieper op ingaan.

Allereerst, wat bedoelen wij met leven, wat verstaan we onder dat leven van ons? Is dat alleen maar een eigen huis, een goed gevulde provisiekast, een auto voor de deur en noem maar op? Er zijn genoeg mensen die dat allemaal hebben en toch moeten zeggen: “het is geen leven”. Want er is meer nodig om als volwaardig mens te leven. En het is juist dat “meer” dat we zo gauw  vergeten: die kern van ons bestaan, waar we geen oog voor hebben. Soms in onze beste ogenblikken beseffen we er iets van dat het leven een gave is. En het is dat leven, die om niets ontvangen gave, die wij mogen ontplooien en tot steeds rijpere groei mogen brengen. Dat is het waar iedere bladzijde van het evangelie ons bewust van wil maken. Doch wij begaan vaak de fout het leven veilig te willen stellen en we trekken dan muren op rondom ons.

Daarom vertelt Jezus ons van die egoïstische rijkaard die zijn leven veilig wil stellen door zijn rijkdom te consolideren. Maar hij vergeet dat we het leven krijgen van dag tot dag en we het dus niet zelf volledig in handen hebben. We bezitten het niet uit onszelf, het is een voortdurende gave. Wie zichzelf meent te kunnen veilig stellen, door zich op te sluiten, die zal juist zichzelf verliezen. Daarentegen wil het evangelie ons de relativiteit van alles in ons leven onder ogen doen zien. De zaken worden op hun kop gezet: wie rijk is, blijkt in feite arm te zijn; want wie rijk is voor mensen, is nog niet rijk voor God. We moeten  ons de vraag stellen: wat is dan echt waardevol? Is er wel iets dat de moeite waard is om voor te leven? Jezus zegt “zorg er voor dat je rijk bent bij God”. Maar beseffen we hoe rijk we zijn en wat doen we daarmee? Proberen we op een of andere manier te delen met mensen die het niet zo goed hebben en soms materieel welstellend, toch niet gelukkig zijn?

In deze dagen naar Kerstmis toe, waarin de menswording van God zelf centraal staat, doet de Kerk een beroep op ons voor het welzijn van mensen rondom ons, een zorg die uitgaat naar de ganse mens, zowel lichamelijk als geestelijk.

Hebben we oog voor onze eigen rijkdom aan bezit, aan talenten, aan liefde, aan vriendschap en geborgenheid, die we als een geschenk hebben gekregen om met anderen te delen?

Rijk zijn bij God houdt in dat we mensen worden zoals de Schepper het heeft bedoeld. Dat betekent nieuwe mensen worden, vrij van hebzucht, vrij van allerlei verslavingen, mensen die kunnen loslaten en openstaan voor anderen. “Leeft als kinderen van het licht” zegt Paulus en “de vrucht van het licht kan alleen maar goedheid zijn en gerechtigheid en waarheid”. Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij u gedraagt. Leeft niet als dwazen, maar als wijzen. Tracht te begrijpen wat de Heer wil. Weet dat het leven in Gods handen ligt, dat God er over beschikt en niet wij. Want dat is de zonde tegen de heilige Geest, ontkennen dat men afhankelijk is van God, zijn Geest loochenen. Gods Geest kan men alleen maar ontvangen. We moeten Hem ruimte geven in ons leven, ons behoeden voor verstarring, want dat is ook een vorm van beslag leggen. “Aan ieder die zich zal kanten tegen de Mensenzoon, zegt Jezus, zal het nog vergeven worden, maar wie zondigt tegen de Geest hem zal het niet vergeven worden”, omdat hij daardoor zelf het laatste woord spreekt en geen openheid meer laat voor God.

Dierbaren, de rijke man in het evangelieverhaal en ieder mens die meent het leven te kunnen bezitten, er beslag op te kunnen leggen en zich daar in onderdompelt, is in Jezus ogen duidelijk een ongodsdienstig mens die voor niets en niemand meer openstaat. Hij mist het echte leven, hij mist de ziel er van,hij is leeg van binnen, hij mist de goede geest van openheid en vertrouwen. Die goede Geest wil Jezus ons zo graag geven. Daarom biedt Hij ons brood en wijn aan, eten en drinken; maar eten en drinken dat oneindig veel meer geeft dan wat wij meestal onder eten en drinken verstaan. Hij geeft zichzelf er in, opdat waar wij vaak moeten zeggen dat het “geen leven is”, door Hem juist wel echt leven wordt en aldus rijk worden bij God.

Niet toevallig richt de liturgie ook vandaag onze aandacht op de heilige Nicolaas, een bisschop van Myra in Klein-Azië, die heel sterk begaan was met de noden van armen en verdrukten, helemaal representatief ook voor wat onze welzijnszorg zou moeten zijn. De geschenken waarmee kinderen vandaag overladen worden zijn slechts een wankele herinnering aan die bisschop die zich totaal aan anderen wegschonk. Geen wonder dat zijn icoon vanouds de huisicoon is geworden bij de Griekse en Slavische volkeren.

Zusters en broeders, geen enkel bezit kan ons leven veilig stellen, dat was de boodschap van het evangelie. Daarom kunnen we ons als christen ook niet uitsluitend beperken tot de aardse dingen. Alles wat wij in liefde en met liefde doen, dat heeft voor God eeuwigheidswaarde. Wat gij met de minsten hebt gedeeld, dat hebt gij met Mij gedeeld zegt Jezus. Dat is een mooie weg om de rijkdom, die God ons dagelijks aanbiedt, te ontdekken. Moge dat ons rust en vrede geven.